Presentatie
In het hart van de wijk Longdoz huist ons museum (het Huis van de Metallurgie en Industrie van Luik, MMIL) in de voormalige frabriek Dothée. Het museum nodigt bezoekers uit om de streekindustrie te ontdekken.
Het oudste deel van de fabriek werd in 1845 door de gebroeders Dothée gebouwd om er vertind blik te produceren. De fabriek groeide snel en in haar kielzog de hele wijk Longdoz, zodanig dat er vanaf 1851 een station is.
In 1862 werd het bedrijf Dothée overgenomen door de « Société des Charbonnages et Hauts-Fourneaux de l’Espérance » die in 1877 de « Société Anonyme Métallurgique d’Espérance-Longdoz » werd.
Na een productiepiek (142.000 ton platen in 1948) wordt de fabriek Longdoz – wegens plaatsgebrek – verlaten ten gunste van andere fabrieken. 1957 betekent de sluiting van het warm walsen terwijl alle activiteiten zijn in 1980 stopgezet na de fusie van Cockerill met Espérance-Longdoz (1970).
Sleutelmomenten in de geschiedenis van ons museum
1963
Espérance-Longdoz opent een museum met de collecties van « La Compagnie des conduites d’eau » verzameld door René Evrard en die van Espérance-Longdoz, verzameld door Léon Willem. Cockerill neemt er de leiding van na de fusie met Espérance-Longdoz (1970).
1973
Het museum werd een vzw (« Musée du fer et du charbon », museum van ijzer en steenkool), waarvan het beheer toevertrouwd werd aan « Musée de la Vie wallonne » (het Museum van het Waalse Leven)
1990
Naar aanleiding van de financiële moeilijkheden van de stad Luik besloten de Universiteit van Luik, het Museum van het Waalse Leven en de stad Luik zelf om een vzw op te richten. Haar naam ? "Maison de la Métallurgie". Haar doel ? De bevordering van de wetenschappelijke, technische en industriële cultuur over het algemeen, en de erfenis die ermee verbonden is. Ze kreeg de steun van Cockerill Sambre en Vieille-Montagne
1992
De vzw krijgt een nieuwe naam : « Maison de la Métallurgie et de l’Industrie de Liège ».
2009
Erkenning van het museum als Museum van de Franse Gemeenschap (categorie B).